Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat glucose (suiker) opgenomen wordt in je lichaamscellen. Daar wordt het als energiebron gebruikt. In normale omstandigheden zorgt je lichaam ervoor dat er precies genoeg insuline is om de glucose te verwerken.

Op die manier blijft het bloedsuikergehalte altijd in balans. Mensen met diabetes type 2 maken te weinig insuline aan of hun lichaam reageert er minder goed op.

Insuline wordt aangemaakt in de alvleesklier. Tijdens de dag geeft die telkens een beetje insuline af. Vlak na de maaltijden neemt de afgifte van insuline sterk toe om het glucoseaanbod te kunnen verwerken. Heb je een tekort aan insuline, of heeft de insuline onvoldoende effect dan blijft er te veel glucose in het bloed achter. Daardoor kunnen er verschillende klachten optreden.

Wanneer er te weinig glucose aanwezig is in het bloed, dan zorgt het hormoon glucagon ervoor dat de bloedsuikerspiegel weer in balans komt. Dit gebeurt door de opgeslagen glucose in de lever vrij te laten komen.