Wat is glucose?

Glucose is een vorm van suiker en behoort tot de koolhydraten. In de voedingsmiddelenindustrie wordt het ook wel dextrose genoemd.

Je lichaam zet koolhydraten om tot glucose en neemt het op in je bloed. Vandaar uit gaat het naar je spieren en organen. Het is de energie, de brandstof voor je lichaam.

Om glucose in je cellen te krijgen heeft je lichaam insuline nodig. Je cellen zetten de glucose om in energie. Daardoor kun je denken en bewegen. Al je organen hebben glucose nodig om te kunnen functioneren.

Je lichaam zoekt steeds naar de juiste balans in het glucosegehalte in je bloed. Dat noemen we het bloedsuikergehalte. Na het eten van koolhydraten stijgt dit gehalte. Insuline zorgt ervoor dat de weefsels de glucose opnemen en brengt zo het bloedsuikergehalte weer in balans.

Staat je bloedsuikergehalte te laag, dan maakt je alvleesklier glucagon aan. Glucagon is net als insuline een hormoon. Samen zorgen ze ervoor dat je bloedsuikergehalte in balans blijft.

Insuline zorgt er dus voor dat je lichaam glucose uit het bloed kan halen, glucagon ervoor dat opgeslagen suikers vrijkomen uit je lever. Hierdoor stijgt je bloedsuikergehalte weer.